Lucas 24
vers 13 -18
Diezelfde dag
gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet
en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt.
Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen.
Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen
toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze
hem niet herkenden.
Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’
Daarop bleven ze somber gestemd staan.
Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige
vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd
is?’
In de voorgaande verzen lezen we dat verschillende van de leerlingen
het graf bezocht hadden. Maar zij geloofden de verhalen van de
opstanding niet.
Het schilderij
Een man en een vrouw
lopen van Jeruzalem weg.
Note:
Waar staat er in
de Bijbel dat het twee mannen waren. Nergens.
Het is zelfs aannemelijker dat het een man en vrouw waren.
Het is het
einde van een veel bewogen dag. (Lucas 24 vers 29)
Ze spreken over al de gebeurtenissen van de afgelopen drie dagen.
De gekruisigde Christus, die begraven is en deze dag opgestaan is,
zo beweren enkele van Zijn leerlingen. Maar zij geloofden ze niet
(Lucas 24 vers 10 en 11) |